1kruidentuitljepeterseliestengels, laurier en tijm
8worteltjesgeschild en in grove stukken
4raapjesgeschild en in vier gesneden
1rundsbouillonblokje
bruine roux
Instructies
Snij de wangetjes in drie en kruid ze met pezo.
Bak de wangetjes aan in een pan met boter.
Voeg de ui en de rode ui toe en bak even mee aan.
Doe de wangetjes in de slow cooker.
Voeg het kruidentuiltje, de mosterd, de stroop, de kruidnagel, de look en de peperkoek toe.
Bevochtig met de Orval en 250 ml water.
Verkruimel het bouillonblokje erbij.
Zet het deksel op de pan en zet de slow cooker op de hoogste stand voor ongeveer 4 Ć 5 uur.
Stoom ondertussen de wortels en de raapjes elk apart beetgaar.
Wanneer de wangetjes zacht zijn, doe je ze in een gewone kookpot.
Voeg de raapjes en de worteltjes er aan toe.
Proef en kruid indien nodig nog wat bij.
Is de smaak te sterk, kan je wat water toevoegen.
Warm nog eens goed door en dik de saus wat in met bruine roux.
Notities
Lekker met kroketjes, frietjes enz…
Heerlijk wintergerecht, boordevol smaak.
Kan ook volledig in een gewone kookpot worden bereid.